Andere landen konden zonder enige problemen voorstellen indienen bij de O.M.J. Deze werden dan besproken op de technische vergaderingen gehouden door keurmeesters uit de verschillende landen aangesloten bij de C.O.M. Dat het toepassen van deze regel heel belangrijk was en nog steeds is, bewijst ons een artikel in het tijdschrift “Italia Ornithologica” uitgegeven door de F.O.I.. In 2005 publiceren ze in het nummer van februari een oproep aan hun leden om de nieuwe houding van de Japan Hoso algemeen te maken.
Bij deze houding wordt de pootstand vertikaler en duwt als het ware de vogel verder omhoog. Hierbij komt de staart meer in het verlengde van de rug en dus minder onder de stok. De Japan Hoso gaat dan ook zijn kopje verder naar voor steken met een gestrekte hals. Van de “halve maan”-houding is er dan niet veel meer te zien. Op de O.M.J.-vergadering van april 2010 te Palaiseau werd er een voorstel aangenomen, dat door België werd ingediend, dat resulteerde in een herwaardering van de rubrieken. Hierbij werd de “houding” en de “actie” (van 30 naar 20 punten) gelijkgesteld met de “grootte” (van 10 naar 20 punten). Maar beiden werden wel ondergeschikt aan de “vorm” die daarmee de grootste rubriek bleef met 25 punten. De Japan hoso en zijn uiterlijk kenmerken Wat men ook mag beweren, 3 rubrieken vormen de hoofdbrok van het “Japan Hoso”-zijn met name: de grootte, de houding en de vorm. De vorm is even belangrijk als de grootte en/of de houding. Een heel klein vogeltje is daarom nog geen goede Japan Hoso. Maar een goed gebogen vogel met een slanke lijn, zonder vleugelaanhechtingspunten, geen schouderbreedte en smalle borst is eveneens nog geen goede Japan Hoso als de grootte niet correct is. De Japan Hoso is een houdingsvogel waarbij de werkhouding een halvemaan laat zien. Sommige bronnen spreken van een halve cirkel. Geen goed streefbeeld, want hierbij komt de kop te laag (in principe mag deze niet lager komen dan de schouders) en wordt tevens de staart te ver onder de stok opgetrokken en komt er een hoek onderaan de rug met het begin van de staart. Trouwens, wanneer we streven naar een halve cirkel, komt de grootte van de vogel in het gedrang en worden ze te klein.